En toen mocht ik los...

Waar je doorgaans de eerste twee weken van het nieuwe jaar bedolven wordt onder de nieuwjaarswensen van vrienden en kennissen, vergaat het mij dit jaar geheel anders. Het eerste wat willekeurige vrienden en kennissen, die ik tegenkom tegen me zeggen is niet; ‘gelukkig nieuw jaar’, maar: ‘En, en en?’ Of degene die iets uitgebreider van stof zijn: ‘Heb je al geshopt? Ben je helemaal los gegaan?’

Na een jaar intens meeleven, was iedereen oprecht geïnteresseerd wat ik sinds 2 januari heb gedaan; de dag dat de winkels weer open waren en ik voor het eerst sinds een jaar eindelijk weer mocht shoppen.

Ik heb besloten dat mijn blog nog wel even een paar weekjes door kan gaan. Omdat ik zelf ook heel benieuwd ben hoe de komende weken zullen vergaan.
Maar om op de veelgestelde vraag terug te komen. Op 2 januari zat ik thuis. Ben ik niet op een drafje naar de stad gerend, sterker nog, ik ben geen winkel in geweest. Er was een ding wat ik wel echt nodig had: nieuwe lingerie. Dus later die week toog ik met de vriend naar de Hunkemöller om voor een heel zacht prijsje (lang leve de sale) wat leuke setjes uit te zoeken. En dat was dat.

Ik had besloten in eerste instantie alleen datgene te kopen dat ik echt nodig had. Ondergoed dus, maar ook sportkleding. Nu ik immers werkloos ben, moet ik iets nuttigs doen met die zee aan vrije tijd en sporten leek me een prima opvulling. Weer eens wat anders. Maar sportschoenen had ik niet en sportkleding al evenmin.
Dus trok ik er een hele zaterdag voor uit. Ik had twee missies: een enigszins leuk uitziende sportoutfit én iets moois vinden voor de drie tegoedbonnen die ik nog had. Acht maanden geleden, in het vreselijke shoploze jaar, kreeg ik voor mijn verjaardag een cadeaubon voor H&M en een bon voor de Jutka en Riska. Ik had ze heel bewust bewaard, omdat ik het stiekem een beetje vals spelen vond als ik ze destijds had uitgegeven. Dus ze lagen al maanden stof te vangen in de kast, wachtend op het nieuwe jaar. Daarnaast had ik, zoals elk jaar, ook nu weer een aanzienlijke Bijenkorfbon als kerstpakket van mijn werkgever kado gekregen. Die drie bonnen mocht ik van mezelf besteden, als beloning voor mijn immense prestatie van het afgelopen jaar. Wel zo fair nietwaar?

Goedgemutst stapte ik de eerste sportwinkel binnen. Ook hier was het sale en enthousiast pakte ik het eerste beste gekleurde hemdje van het rek. Wat?? Veertig euro?? Voor een sporthemdje?? Dat noem ik geen sale. Op naar de volgende sportwinkel waar de prijzen vast wat normaler zijn. Hmmm, niets bleek minder waar. Ik vertik het om tachtig euro neer te tellen voor twee sporthemden en bedacht dat ik net zo goed gewone katoenen singlets kon kopen bij de H&M. Absorbeert en ademt iets minder, maar ach. Tot mijn verrassing bleek de H&M in mijn jaar afwezigheid een hele sportafdeling in het assortiment te hebben opgenomen. Wat een geluk! Hier kostten de sporthemdjes in alle kleuren van de regenboog slechts een tientje. Now we’re talking! En ze bleken ook nog super leuke sportbroeken te hebben en bijkleurende sokjes. Helemaal content rekende ik af met mijn tegoedbon. Missie één volbracht.

Voor de tweede missie moest ik naar de Jutka en Riska. Ook hier slaagde ik in no time en vond een fantastische hippie-achtige jurk ter waarde van mijn tegoedbon.
Het shoppen ging iets te voorspoedig, dus ik besloot het een tandje moeilijker te maken. Ik zou alle kledingwinkels ingaan waar een grote sale sticker op de etalages prijkte. In voorgaande jaren leverde een dergelijk middagje sale-shoppen mij minstens tien kledingstukken op. Ik was enigszins huiverig dat de hebberigheid van weleer weer volledig beslag van me zou nemen, zodra ik een voet over de drempel zette.

De eerste winkel waar ik mijn nieuw verworven anti-shop skills ging testen was de WE. Doorgaands altijd wel iets leuks te scoren, zeker in de uitverkoop. Ik liep langs de rekken, trok hier en daar erwat uit, maar echt opgewonden werd ik er niet van. Binnen vijf minuten stond ik weer buiten. Wat was er met me aan de hand? Ik probeerde het bij de schoenenwinkels. Zelfde verhaal. Ja, in de Mango zag ik een paar prachtige, bespottelijk laag afgeprijsde jurkjes hangen. Maar dacht ik rationeel, ze hadden korte mouw en waren lastig te combineren met een vest oid. Dus liet ik ze links hangen. En zo ging ik alle winkels af. En ik zag heus wel mooie dingen hangen hoor, het is natuurlijk niet zo dat ik ook mijn smaak ben verloren het afgelopen jaar, maar nergens ging mijn hartje echt sneller van kloppen. Bij het meeste dacht ik: zoiets heb ik al, of: leuk, maar niet bijzonder.

En zo beste mensen, kwam ik na uren winkelen thuis met een tasje sportkleding, mijn hippiejurk en…een vrolijk riempje. Het enige ‘overbodige’ wat ik kocht die dag. Ik keek naar mijn aankopen, waarvan het meeste me nog niks gekost had ook en kon maar één ding concluderen: ik ben genezen!!! Maar ik had nog een Bijenkorf bon over….ik dacht ineens aan de geweldige groene sneakers met sleehak waar ik vriendin D. laatst in had zien lopen, zocht even op de site van de Bijenkorf, en zo waar, er waren nog slechts 2 paar in heel Nederland gelukkig in mijn maat. Ik drukte op bestellen, rekende online af met mijn tegoedbon (leve de techniek) en dacht bij mezelf: en nu is het voorlopig wel weer even mooi geweest….

Of dat ook echt zo blijft, zullen we de komende weken gaan merken.

Eind goed al goed?

En dan is nu het grote moment aangebroken. Het moment om het van de daken te schreeuwen, de loftrompet te blazen en een rondedansje met mezelf te maken. Want, lieve lezers, ik heb het volbracht. Ik heb een heeel jaar lang, géén kleding gekocht (nee, nee, een muts is geen kleding, dat is een accessoire).
Toen ik een jaar geleden mijn voornemen kenbaar maakte, lachte iedereen me uit. Niemand, m’n collega’s niet, familie niet, vriendinnen en zelfs mijn vriend niet, dachten dat ik het zou gaan redden. Ik, de grote kledingverslaafde, een jaar lang helemaal niks kopen? Kom nou. Eén iemand geloofde wel in mij, vriendin A. Of eigenlijk twee, ikzelf namelijk ook.

Maar het hielp wel, al die mensen die niet in mij geloofden. Sterker nog, het was een extra stimulans. ‘Ik zal ze eens een poepie laten ruiken’, heb ik van meet af aan gedacht. Jullie denken dat ik het niet kan?? Dan moeten jullie eens opletten!
Dat het, zeker in het begin, erg moeilijk was, zal ik niet ontkennen. Verslaafden mensen krijgen bij geheelonthouding last van afkickverschijnselen. Zo ook ik. Ik vermeed de kledingwinkels angstvallig, maar zag op straat tientallen items bij andere vrouwen, die ik echt moest hebben. Ik begon zelfs te dromen over kleren kopen. Zelfs in supermarkten werd ik geconfronteerd met kleding en ook op internet werd ik op facebook achtervolgd door allerlei schoenen en jurkjes van Zalando, die ongevraagd dagelijks in de zijbalk voorbij kwamen om mij te plagen. Uitzonderlijk moeilijk was het in Londen en Italië, waar de talloze boetiekjes met de meest geweldige kledingjuweeltjes mijn aandacht probeerden te trekken en waar ik spontaan begonnen te zweten van de onderdrukte koopdrang.

Maar, eerlijk is eerlijk, na een maand of drie werd het rustig in mijn hoofd. Toen ging de voorheen immer razende kledingstorm in mijn hoofd liggen. En er daalde een vredige rust in mijn hoofd neer. Ik hoefde niet meer zo nodig. Tuurlijk, als ik voor een boodschap in de stad was en ik keek met een schuin oog naar de etalages, zag ik best wel eens wat moois hangen. Maar de drang om naar binnen te gaan was verdwenen. Wonderbaarlijk. En zo begon ik heel langzaam te wennen aan mijn shoploze bestaan. Ik hield zeeën van tijd over om andere leuke dingen te doen en begon ook de inhoud van mijn eigen kledingkast steeds meer te waarderen.

Dus als iemand mij nu vraagt of ik wat geleerd heb van een jaar niet winkelen, dan moet ik dat bevestigen. Hoewel ik het wel wist, heb ik het nu ook ervaren dat ik meer dan genoeg kleding heb om er een heel jaar lang anders bij te lopen. Altijd maar iets nieuws moeten, is ook een last. Ik heb geleerd tevreden te zijn met wat ik heb. Nee, ik heb nog geen okergele pumps nee, en geen los kraagje en geen lange rok tot op de grond, maar so what?? Je wordt heus niet gelukkiger of mooier als je die dingen wel hebt.

Inmiddels begin ik zelf haast te kokhalzen van al deze morele wijsheden, dus is het tijd om af te ronden. Maar niet voor ik u allen deelgenoot maak van een aantal schokkende cijfers. De laatste week van december ruimde ik mijn zomerkleding uit en hing de winterkleding in de kast. Een mooie gelegenheid om eens precies te tellen hoeveel ik nu eigenlijk heb. Hou je vast….

91 jurkjes
25 spijkerbroeken
26 andersoortige broeken
60 T-shirts
26 T-shirts met lange mouwen
14 blouses met lange mouw
7 blouses met korte mouw
20 korte broeken
22 rokjes
18 dunne truien
30 dikke truien
3 trainingsjasjes
12 nette jasjes
11 bolero’s
7 hesjes
5 jumpsuits
(en dan heb ik het nnog niet over de 32 kledingstukken die ik dit jaar heb weggegooid of weggegeven)

En ik weet wat u allen nu hardop denkt….die Maaike zou best nog een jaar doorkunnen….
NEEEEEEEEEEEEEEEEE


Uitleg blog

Beste lezer,

Voor degene die voor het eerst deze blog bezoeken: door de talloze dagelijkse kledingfoto's zijn mijn columns wellicht wat lastig te vinden. Aan de rechterkant van de pagina ziet u het blogarechief, waar in 2013 veel kledingfoto's zijn geplaatst, getiteld ' Outfit of the day'. Scroll naar beneden en klik op het jaartal 2012. Daar vindt u per maand behalve kledingfoto's ook tientallen columns over mijn jaar niet shoppen. Alle titels die geen ' outfit of the day' heten, zijn columns.

veel leesplezier.

Ik moet iets opbiechten..

Voor ik de loftrompet begin te blazen over het feit dat ik hét heb gehaald, dat de uitdaging om een jaar niks te kopen voltooid is, wil ik eerst een kleine bekentenis doen. Een kleine zonde opbiechten. Hoewel, een zonde zou ik het niet willen noemen. Ik niet, maar de vriend denkt daar anders over. Twistpunt is een lelijke, grijsgestreepte mannenmuts. De laatste week van december, exact een week voor mijn shoploze jaar voorbij zou zijn, was ik op bezoek bij een vriendin in Amsterdam. Het was een kwartier fietsen terwijl de regen in mijn gezicht striemde en de gure wind het er niet bepaald aangenamer op maakte.

Halverwege maakte ik een pitstop om een fles wijn voor haar te kopen. De kou beet inmiddels in mijn gezicht. Wat het leed nog erger maakte was de wetenschap dat ik later diezelfde avond helemaal van Amsterdam oost naar west moest fietsen, met deze tegenwind zeker een half uur. En dat in de regen….

Toen zag ik aan de overkant van de straat een Zeeman. Niet bepaald een winkel die bekend staat om zijn modieuze kledingstukken. Maar zo dacht ik, ze hadden vast wel een bescherming tegen de regen. Gewoon iets met een klepje, om de ergste regen uit mijn gezicht te houden, dat doet toch veel voor je gevoelstemperatuur. Dus ik wipte naar binnen, griste de eerste beste muts met klep uit de bak en rekende twee euro af. Nogmaals, dat ding was spuug- en spuuglelijk, maar wel functioneel. Vond ik. En weer leuk voer voor een nieuwe column, dacht ik meteen. Want het levert vast weer stof tot discussie op met vrienden en collega’s. Sommigen zullen zeggen dat het een kledingstuk is, maar ik vind het niet meer dan een accessoire.

Maar de hel brak al los toen vriendlief later die avond de muts zag. ‘Wat heb je??? Heb je iets gekocht?? Zo vlak voor de finish?? Belachelijk!! Je kocht dat ding gewoon voor de heb. Jammer hoor, heel jammer.’ Ik protesteerde luidkeels. ‘Als ik iets voor de heb had gekocht had ik wel iets mooiers uitgezocht, dit ding is heel lelijk en kocht ik alleen als bescherming tegen de kou en regen.’ Maar hij vond het een belachelijk argument want het ding zou toch niet werken. We ruzieden net zo lang over de muts totdat we bijna de laatste trein naar huis misten.

Na de treinrit besloot meneer dat hij zonodig een broodje shoarma moest eten. Maar ook dat zat hem niet mee want ze waren stuk voor stuk dicht. We stopten in het centrum even toen de vriend werd aangesproken door een man die om een vuurtje vroeg. Een kwartier later hingen we gedrieën aan de bar. De vreemdeling bleek kapitein van een sleepboot te zijn. Type ruwe bolster, blanke pit, en dat in een hoogblond jasje, met rode blosjes op de stevige wangen. Over precies 12 uur zou hij weer uitvaren en vier maanden geen voet aan wal zetten.

Hij klaagde over de kou, en dat was het moment dat ik in mijn tas greep, de verregende muts pakte en ‘m op zijn bolle hoofd plantte. En verrek, het stond ‘m nog goed ook. De kapitein was zelf ook behoorlijk content met het ding. We togen naar zijn huis waar we tot het ochtendgloren genoten van drank en stoere zeemansverhalen. Na anderhalf fles jenever vroeg hij met dubbele tong of hij mijn muts echt mocht houden.

‘Natuurlijk, hij staat jou toch véél beter dan dat ie mij staat zei ik.’ Inwendig dacht ik; ‘blijk dat ik van at stomme ding af ben. Vriendlief wierp een laatste zure blik mijn kant op en schonk zijn glas whisky nogmaals vol. Eind goed, al goed. Zeker in de wetenschap dat ergens aan de andere kant van de wereld mijn sleepbootkapitein met mijn muts de kou trotseert.